De papieren van mijn oorsprong🌿

Het moment dat alles begon

De stilte van die dag werd doorbroken toen mijn zusje een discussie kreeg met mijn moeder.
In een opwelling vroeg ze naar haar adoptiepapieren —
iets wat tot dan toe nooit echt besproken was.
“Ja, later, als je ze nodig hebt, geef je het maar aan,” zei mijn moeder altijd.
Maar dat later kwam eerder dan verwacht.
Op dat moment voelde ik het ook: ik wil dat ook weten.
Die ene vraag, zomaar uitgesproken,
werd het begin van iets groters dan ik toen kon beseffen.

Ik was een jaar of vijftien.
En voelde dat mijn leven — zonder dat ik het begreep — een nieuwe richting insloeg.
Mijn moeder werd boos.
Ze zei dingen die pijn deden.
Mijn vader bleef stil.
Pas veel later begreep ik dat achter die boosheid angst zat.
Angst dat we iets zouden zoeken dat pijn zou doen.
Misschien ook angst om ons te verliezen.

Maar wij, de geadopteerden, weten dondersgoed wie onze ouders zijn.
Wie ons hebben gedragen — niet in hun buik, maar in hun hart.
Wie ons warmte, liefde en een thuis hebben gegeven.
Die angst was niet nodig.


Het verlangen om te weten

Voor mij en mijn zusje ging het puur om ons bestaan.
Een honger naar weten.
Een verlangen dat nooit helemaal doofde.
Het was voor ons niet zomaar een document.
Het was onze oorsprong — zwart op wit.
De behoefte om te begrijpen van wie ik afstam.
Waar mijn lichaam, mijn ogen, mijn lach vandaan komen.

Toen kreeg ik mijn papieren.

Een dun stapeltje documenten.
Amper gewicht.
Maar voor mij woog het zwaar.
Een Afschrift van de Arrondissementsrechtbank —
kortweg “Afschrift”, zoals ik het zelf noem.
En mijn Geboorteakte.

Ik dacht nog:
Is dit het nou?
Is dit mijn begin?

Op mijn geboorteakte stond de aangifte van mijn geboorte,
gedaan door een verpleegster — één dag na mijn geboorte.
Het tijdstip.
De datum.
De naam van het ziekenhuis.
Het adres.

De eerste tastbare sporen

En toen zag ik haar naam staan.
Op de Geboorteakte.
Dochter van... 
Naam,Mijn biologische moeder, 18 jaar oud, wonende te...
Ik zag haar woonplaats staan.
Het eerste tastbare spoor van waar ik vandaan kwam.
Kleine details,
maar van onschatbare waarde.
Vervolgens las ik over diverse rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming.
Mijn adoptieouders moesten bewijzen dat ze geschikt waren om voor een kind te zorgen.
Ze werden nadrukkelijk gescreend, ondervraagd, beoordeeld.
Mijn moeder vertelde dat iemand van de Kinderbescherming aan huis kwam om alles te controleren.
“Ze keken echt overal naar — zelfs of ik goed had afgestoft,” zei ze lachend.
“Ze waren best streng met hun regels.”
Het was eind jaren zeventig.
Een andere tijd.
Een andere wereld.
Verderop in het afschrift vond ik het verzoek van mijn adoptieouders om mij te mogen adopteren.
Ook stond er dat ze een maand eerder al tot voogd en voogdes waren benoemd.


De moeilijke keuze van een jonge moeder

Mijn moeder vertelde me later dat mijn biologische moeder niet naar de rechtbank was gekomen om bezwaar te maken.
Toen ik dat als hoorde, begreep ik het niet.
Waarom kwam ze niet?
Waarom vocht ze niet voor mij?
Nu, jaren later, begrijp ik het.
Ze had me al losgelaten.
Misschien al op het moment dat ik geboren werd.
En dat is misschien wel de moeilijkste keuze die ze moest maken.


De eerste maanden van mijn leven

In diezelfde papieren las ik dat ik de eerste drie maanden van mijn leven in een gastgezin had gewoond.
Mijn moeder vertelde altijd met zoveel liefde over die tijd.
“Je vader en ik mochten je daar een paar keer ontmoeten, 
we mochten je de fles geven, je in bad doen… Oh, wat waren we gelukkig.”
Ze straalde altijd als ze het vertelde.
Ze zei dat ze meer dan tien jaar op mij hadden gewacht,
omdat ze geen kinderen konden krijgen.

Nadat ze me de eerste keer hadden gezien,
kregen ze te horen dat ik over drie weken bij hen mocht komen wonen.
Daarna hebben ze met hulp van familie en vrienden mijn slaapkamer ingericht,
en de rest van de spullen verzameld.


Wat het met me deed

In gedachten zie ik nog steeds mijn moeders gezicht.
De glans in haar ogen.
De warmte in haar stem toen ze me vertelde over dat eerste moment dat ze me zag.
En als ik haar er nu weer naar vraag,
vertelt ze het opnieuw.
Met diezelfde blijdschap.
Alsof het gisteren was.

Nu ik dit typ, voel ik de tranen prikken.
Ik dacht dat ik dit allemaal had verwerkt.
Maar het raakt me nog steeds diep.
Mijn zoektocht heeft veel losgemaakt.
Meer dan ik ooit had verwacht.
Adoptie blijft een gevoelig onderwerp voor mij.
Niet alleen in woorden, maar vooral in mijn hart.

Ik ben in hun harten hun kind geworden.
En dat voel ik tot op de dag van vandaag.
Soms denk ik:
Wat heb ik een geluk gehad.
Een lot uit de loterij.

Het begin van mijn adoptie periode

In het afschrift stond dat mijn ouders mij,
zodra ik oud genoeg was,
zouden vertellen over mijn afkomst.

Dat hebben ze gedaan.
Van jongs af aan wist ik waar ik vandaan kwam.
“Je echte moeder was te jong om voor je te zorgen.
Wij konden geen kinderen krijgen,
en hebben daarom jou geadopteerd.
We hebben 10 jaar lang op jou gewacht,
en 11.5 jaar op je zusje.”

Ze vertelden ook dat ze van tevoren hadden aangegeven dat ze graag twee kinderen wilden —
het geslacht maakte hen niets uit.
Ik heb begrip voor alles wat zij hebben doorstaan om mij in hun leven te mogen verwelkomen.

Mijn adoptieouders waren eerst mijn pleegouders,
daarna mijn voogd en voogdes.
Na een lang traject — vanaf juni 1978 —
werd de adoptie in juli 1980 officieel.

Daar ben ik hen intens dankbaar voor.
Dat dunne stapeltje papier bleek niet zomaar een begin.
Het was mijn oorsprong.
Mijn eerste hoofdstuk.
Het begin van de zoektocht naar mezelf.


💛
Slotgedachte

Soms denk ik terug aan dat moment waarop alles begon.
Die fluistering vanbinnen die zei:
er is meer.
En ik weet nu dat die stem niet kwam uit twijfel,

maar uit verlangen naar heelheid.
Naar weten.
Naar voelen.
Naar mij.